HOME

ACTUALITEIT

UITGEVERIJ

PRISON FONDS

PRESENTATIES

Bestel hier het boek:
50 jaar wiet in Friesland
Een visie voor de toekomst

Sinds het begin van het ontstaan van de coffeeshops zijn er verschillende soorten shops ontstaan, die conceptueel van elkaar verschillen. Dit zal ik omschrijven via een micro-, meso- en maso-niveau. Ook dient het beleid afgestemd te worden op elk van deze verschillende niveaus.

De verstrekking van wiet en hasj ging vroeger via kruidenvrouwen, medicijnmannen en vanaf 1960 werden dat huisdealers. De huisdealers zijn door de opkomst van de coffeeshops een beetje in de vergeet hoek gekomen, maar bij een concept voor de toekomst spelen zij een belangrijke rol. In Nederland moet alles geregeld worden, dus ook de spelregels voor de huisdealers, net zoals er spelregels zijn voor de coffeeshop. Wat zijn die spelregels? Als je als huisdealer wilt beginnen, is het handig om even langs het gemeentehuis te gaan of om het even te bespreken met een jongerenwerker of de wijkagent. Als je je ideeën goed hebt besproken moet het mogelijk zijn dat je met een contract en een vinkje van de jongerenwerker een paar klanten tot een bijverdienste van 400 euro of plusminus 10 klanten. En dat is de beperking. Alles wat je daarboven verdient, daar betaal je 50% belasting over en zal ook tot een eventuele korting op huursubsidies kunnen leiden. Dit zou ik paars geld willen noemen. Het is verplicht om een belastingformulier in te vullen, waarbij je opgave doet van je verdiensten. De jongerenwerker zal je daar bij helpen. Uiteraard kan de huisdealer onder bepaalde omstandigheden 5 planten zelf kweken. Dat is het micro niveau: de huisdealer.

Het meso-niveau zijn de coffeeshops. Zij kunnen boekhoud-technisch alles normaliseren, zoals in de wijnhandel. Een jaarverslag stuur je op naar de gemeente en een landelijke instelling, zoals bijvoorbeeld stichting LAST had moeten zijn. Het stichtingsmodel past het beste bij de één man, één coffeeshop formule. Een coffeeshop rendeert op een bevolking van ongeveer 50.000. Dat wil zeggen dan kan een shop volledig zelfvoorzienend zijn qua kweek en het runnen van de shop. In bijvoorbeeld Veendam en Almere zijn ze zo bezig. Zelf kweek en lokaal in de periferie is goed en dan ben je zelf je achterdeur en besloten club. De kwekers kunnen dan als ZZP-ers aanleveren. De regels voor ZZP-ers is dat ze drie opdrachtgevers moeten hebben. Dus zal een kweker aan minimaal drie shops moeten leveren. Om die reden is een samenwerking tussen kwekers en coffeeshops nodig. Via een beurs kan het een en ander op stedelijk niveau geregeld worden.

Op het moment dat de formule één man, één coffeeshop naar één man 10 coffeeshops gaat, dan spreken we van ketens. Dit is het maso-niveau. Zij drijven veelal op toeristen, zoals in de grote steden en aan de grenzen en hebben de neiging om te groeien. En verwerven ook onroerend goed. Zulke grote centralistische hoeveelheden geld vraagt om problemen. Dat geld gaat richting beurs en cannabis ondernemingen worden dan aan de beurs genoteerd en winsten worden gemaakt over de rug van uiteindelijk de gebruiker.

Het is verleidelijk zo'n avontuur te beginnen. En met een wetje wordt er ruimte gecreëerd voor durf investeerders om een marktaandeel te krijgen in de Nederlandse coffeeshop wereld. En in het experimenteer met legale teelt worden Nederlandse coffeeshops verplicht af te nemen. Zodat de koersen gaan stijgen. Het gaat hier dan om B.V.’s en N.V.’s die ketens wereldwijd runnen en personeel in dienst hebben die overal vandaan komen. Waarbij het dan eerlijk is dat die vergunningen geveild worden.

Dit vraagt om een ander vergunningssysteem. Huisdealers krijgen een contractje met een vinkje en worden begeleidt door het jongerenwerk. En hun leges is bijvoorbeeld 100 euro per jaar. Stichtingsmodel krijgt een vergunning zonder grote kosten van leges, want zij opereren immers op basis van kostprijs en maken werk van hun statutair vastgelegde werkdoelen. Zij besteden winsten aan de doelgroep. Ketens (meer als 2 coffeeshops) schrijven in bij de gemeente en de vergunningen worden geveild met randvoorwaarden. De opbrengst van de veiling gaat naar een activiteitenfonds ten behoeve van cannabisgebruikers. Precies zo als toen ik met de inkoper afsprak dat 10% van de commissie naar de stichting zou gaan.In normaal zaken doen was dat geld voor mij geweest helaas had ik een overheidsbaan maar zo was het ook goed

De prijzen in de periferie zijn laag. De prijzen van de ketens zullen hoog zijn. Vandaar dat toeristen de huisdealers en de stichting shops zullen opzoeken, en zullen de originele doelgroep verdrijven, prijzen opjagen etcetera. Wat dat betreft is de 10% ingezetenen regel een beschermingsmaatregel voor de autochtone jeugd die er nog te vinden is. Alles is vrij simpel. Normalisatie betekend dus je inschrijven bij de Kamer van Koophandel, contact met jongerenwerker, je belastingformulier invullen en aan je verplichtingen voldoen. Doe je dat, dan ben je ook goed verzekerd.

Naast deze drie modellen hebben we het dispensary model, zoals dit in de Verenigde Staten in diverse staten opgezet is. Een dispensary is een door de overheid gereguleerde soort van apotheek, waar een persoon cannabis en cannabisgerelateerde artikelen kan kopen voor medisch of recreatief gebruik. Het belangrijkste is dat er een jongerenwerker aanwezig is, die omgevingsgericht kan werken met de doelgroep. En in staat is verbindingen te leggen met andere instellingen. Een getrainde apothekersassistent is aanwezig bij het verstrekken van de recepten. Deze voorziening wordt vanuit het ziekenfonds betaald. De verkoop van de wiet kan zoals in het stichting model bedoelt is aan de doelgroep worden besteedt.